letselschade

VR 2024/52 Verkeersongeval tussen scooter en auto. Onrechtmatige daad. Rijden onder invloed. Eigen schuld.

Jurisprudentie

Op 20 juli 2022 vond er een aanrijding plaats in Dordrecht tussen een snorfiets bestuurd door A (verzoekster 1) met passagier B (verzoekster 2) en een personenauto bestuurd door C. Getuigenverklaringen variëren over de snelheid van de voertuigen en de toedracht van het ongeval. A beweert een normale snelheid te hebben gereden, terwijl een getuige schat dat de personenauto tussen de 40 en 45 km/u reed. De aanrijding resulteerde in letsel voor A en B, die beiden hun linker enkel braken en nu (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt zijn. Univé, de verzekeraar van de personenauto, heeft aansprakelijkheid

VR 2024/50 Letselschade. Auto-ongeval. Gebondenheid aan rapportages deskundigen.

Jurisprudentie

Op 4 juni 2003 werd eiser van achter aangereden door een bij ASR verzekerde automobilist, waardoor hij in de sloot belandde. ASR heeft de aansprakelijkheid erkend en er werd een expertisetraject gestart. In 2008 werd een psychiatrische expertise uitgevoerd en de opvolgende twee jaren onderging eiser verschillende behandelingen en onderzoeken. In 2011 werd op verzoek van eiser een deskundige benoemd en werd er een rapportage opgesteld. Vanwege onenigheid over de schaderegeling zijn in januari 2013 afspraken gemaakt voor een arbeidsdeskundigenonderzoek. De arbeidsdeskundige concludeerde dat

VR 2024/36 Geen causaal verband wegens meerdere ongevallen.

Jurisprudentie

Op 24 oktober 2018 kwam verzoeker ten val met zijn scooter toen hij uitweek voor een auto die hem geen voorrang verleende. Bij de spoedeisende hulp werd geconstateerd dat hij een wond aan zijn rechtervoet had. De wond werd gehecht en er waren geen aanwijzingen voor ander letsel. ASR, de WAM-verzekeraar van de auto, erkende de aansprakelijkheid en heeft voorschotten en schadevergoeding aan zijn scooter aan verzoeker uitgekeerd. Op 25 april 2019 werd verzoeker als passagier in de auto aangereden. Als gevolg van dit ongeval kreeg hij nek- en schouderklachten aan zijn rechterzijde. Op 6 november

VR 2024/35 Deelgeschil. Causaal verband tussen ongeval en klachten. Looptijdbeperking.

Jurisprudentie

Op 11 december 2017 vond er een verkeersongeval plaats waarbij verzoeker en de zoon van verweerder betrokken waren. Verweerder was destijds verzekerd bij Allianz. Allianz heeft de aansprakelijkheid voor het ongeval erkend en heeft verzoeker een bedrag van € 87.000,- aan voorschotten betaald. Direct na het ongeval heeft verzoeker zich ziekgemeld, maar na drie dagen is hij weer aan het werk gegaan. Verzoeker heeft op grond van artikel 1019w Rv om een gerechtelijke uitspraak verzocht waarin verklaard wordt dat de beschreven klachten en beperkingen volledig het gevolg zijn van voorgenoemd ongeval

VR 2024/28 Slachtoffer-veroorzakercontact en de (mogelijke) rol van de verzekeringsprofessional daarin

Artikel
VR 2024-3 illu
Het is geen onbekend verschijnsel in de verkeersaansprakelijkheidspraktijk: slachtoffers die hun verontwaardiging uiten over het feit dat de ongevalsveroorzaker nooit iets van zich heeft laten horen. Deze verontwaardiging weerspiegelt wat al jaren bekend is: het gaat letselschadeslachtoffers niet alleen om financiële compensatie voor hun schade, maar ook – en wellicht: vooral – om genoegdoening in immateriële zin. De laatste jaren gaat daarom (ook) in de verkeersaansprakelijkheidspraktijk meer aandacht uit naar slachtoffer-veroorzakercontact. Zo initieerde De Letselschade Raad, mede naar aanleiding van het onderzoek naar langlopende letselschadezaken, het project ‘Herstelbemiddeling’, ter bevordering van contact tussen ongevalsbetrokkenen. Onder de naam Toolkit Contact Helpt is verder in september 2022 door het Platform Personenschade van het Verbond van Verzekeraars de website www.contacthelpt.nl gelanceerd. De belangstelling voor contact tussen ongevalsbetrokkenen ligt in het logische verlengde van het besef dat het belangrijk is om ook de immateriële belangen van letselschadeslachtoffers te adresseren. Contact tussen ongevalsbetrokkenen kan hieraan bijdragen, want daarin zou de veroorzaker vragen over de ongevalstoedracht kunnen beantwoorden, medeleven tonen voor wat het slachtoffer overkwam en/of excuses aanbieden voor zijn rol daarin.

VR 2024/24 Deelgeschil, buitengerechtelijke erkenning aansprakelijkheid door verzekeraar, eigen schuld.

Jurisprudentie

Op 20 april 2021 was X (verzoeker) betrokken bij een verkeersongeval in Mook. Hij reed op zijn motor en botste met een auto bestuurd door Y. X liep letsel op, waaronder hersenletsel en stelt hierbij Unigarant aansprakelijk. Unigarant erkende aansprakelijkheid, maar trok dit later in na VOA-rapport van eind 2022 waaruit blijkt dat X te snel reed en de Citroën geen voorrang verleende. X vraagt de rechtbank in een deelgeschil om te beslissen dat Unigarant onterecht aansprakelijkheidserkenning heeft ingetrokken. Tevens eist hij volledige vergoeding van zijn schade (100%) en verzoekt de kosten van

VR 2024/20 Causaal verband, Whiplash Associated Disorder, motiveringsklachten, letselschade.

Jurisprudentie

Eiser bezit sinds 2003 een motor- en autorijschool. In 2011 werd hij gedeeltelijk arbeidsongeschikt vanwege een nekhernia, beoordeeld door De Amersfoortse Verzekeringen. Hij ging deeltijd werken als vrachtwagenchauffeur. In 2012 werd eiser tijdelijk volledig arbeidsongeschikt na een pijnlijke beweging tijdens een rijles. Op 19 mei 2012 raakte hij betrokken bij een ongeval door een bij Vivium verzekerde automobilist. De aansprakelijkheid voor dit ongeval werd door Vivium erkend. De Amersfoortse verhoogde later het arbeidsongeschiktheidspercentage van eiser door toegenomen klachten. Eiser

VR 2024/02 Dr. L.H. Pals, pionier en visionair

Column 16 januari 2024
Palsschijf-voorkant vr 2024-1-column
Op het omslag van de titelpagina van zijn dissertatie Onrechtmatige doodslag, Van beperkte naar volledige schadevergoeding, staat vermeld: “L.H. Pals, drs. in de rechtsgeleerdheid, promoveerde op 18 oktober aan de Rijksuniversiteit van Groningen op dit proefschrift. Promotor was prof. C.J.H. Brunner.” Dat was in het jaar 1983. Het zal toeval zijn geweest dat ik op de datum van zijn promotie, 18 oktober, doch 40 jaar later door zijn zoon Bas werd geïnformeerd over het overlijden van Bert Pals enkele dagen eerder.

VR 2024/01 Het Verstekeling-arrest revisited

Artikel
VR2024-1_illu
In deze bijdrage staat centraal het bekende Verstekeling-arrest (HR 27 januari 1984, NJ 1984, 536, m.nt. W.C.L. van der Grinten). Daarin oordeelde de Hoge Raad kort gezegd dat een bestuurder die een verkeersfout maakt waardoor zijn auto over de kop slaat, niet aansprakelijk is jegens een meerijdende verstekeling aangezien de bestuurder niet op diens aanwezigheid bedacht hoefde te zijn. Dit arrest staat tot op de dag van vandaag zonder veel commentaar in de handboeken. In deze bijdrage wordt verdedigd dat de uitspraak in Verstekeling inhoudelijk aanvechtbaar is en dat het bovendien valt te betwijfelen of zij nog geldend recht is in het licht van in 2022 gewezen shockschade arrest.

VR 2023/147 Deelgeschil letselschade. Geen voorrangsfout. Te hard gereden.

Jurisprudentie

Op 11 oktober 2020 vond er een ongeval plaats tussen verzoeker en de heer A op de kruising van de Dr. Berlagelaan en de Hendrik Staetslaan in Eindhoven. De Dr. Berlagelaan is een voorrangsweg. Verzoeker reed op zijn Yamaha-motorfiets over de Dr. Berlagelaan en kwam in botsing met de voor hem van rechts komende heer A. De heer A wilde op zijn Vespa-motorscooter vanaf de Hendrik Staetslaan de Dr. Berlagelaan oversteken. Zowel verzoeker als A liepen door deze aanrijding ernstig letsel op. De politie heeft een Proces-verbaal Forensisch Onderzoek Verkeersdelict opgesteld. Het politierapport