Verkeersrecht 2021-2

Editie
Datum uitgave: 

VR 2021/20 Rijden onder invloed. Bloedonderzoek. Termijn. Bewaring en verzending bloedmonster. Buitenlands laboratorium.

Jurisprudentie
Het hof kan niet vaststellen dat het bloedonderzoek is verricht binnen veertien dagen zoals bedoeld in artikel 16, eerste lid van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer. Voorts kan het hof niet vaststellen wat er in de periode tussen verzenden door de politie en ontvangen door een ander onderzoekslaboratorium dan waar het heengezonden is, met het bloedmonster is gebeurd en of het bloedmonster in die periode volgens de regels is bewaard dan wel of er verdere waarborgen zijn geschonden. Derhalve wordt de verdachte vrijgesproken van het eerste aan hem tenlastegelegde rijden

VR 2021/22 Rijden onder invloed van een stof anders dan alcohol. Bloedafname. Termijn. Strikte waarborgen.

Jurisprudentie
Onder (strikte) waarborgen worden begrepen voorschriften die ertoe strekken dat de betrouwbaarheid van het - in dit geval - bloedonderzoek wordt gewaarborgd, dan wel voorschriften die noodzakelijk zijn voor de verdachte om zichzelf in verband daarmee te kunnen verdedigen. Uit de wetsgeschiedenis volgt dat de 90-minuten-termijn hiertoe niet behoort te worden gerekend.

VR 2021/23 Rijden onder invloed. Bloedproef. Strikte waarborgen. Verzending.

Jurisprudentie
Vooropgesteld moet worden dat van ‘een onderzoek’ als bedoeld in art. 8, vijfde lid WVW 1994 slechts sprake is indien de waarborgen zijn nageleefd waarmee de wetgever dat onderzoek heeft omringd. Tot die waarborgen behoort onder meer dat het afgenomen bloedmonster zonder uitstel wordt toegezonden aan het laboratorium dat met het onderzoek daarvan is belast (vgl. HR 27-10-2020, ECLI:NL:HR:2020:1684).De verdachte is op 29 december 2018 gevorderd mee te werken aan een speekseltest. Als resultaat werd gezien een indicatie voor cannabis en cocaïne. Blijkens het formulier ‘aanvraag ten behoeve van

VR 2021/24 Rijden onder invloed. Geneesmiddel. Tramadol.

Jurisprudentie
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat hij een voertuig heeft bestuurd "terwijl hij verkeerde onder zodanige invloed van een stof, te weten tramadol, waarvan hij wist of redelijkerwijs moest weten dat het gebruik daarvan - al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof - de rijvaardigheid kon verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moest worden geacht.” De verdachte had tramadol en propofol gebruikt. Het NFI heeft op grond van de resultaten van het uitgevoerde toxicologisch onderzoek geconcludeerd dat de rijvaardigheid waarschijnlijk nadelig was