
VR 2025/104 Signaleringsfunctie rechtspraak. Kantonrechter overweegt dat verhouding tussen Wahv-boetes en de verhogingen daarvan niet in balans is.
Betrokkene krijgt een administratieve sanctie opgelegd vanwege het rijden door een rood verkeerslicht. Deze sanctie wordt tweemaal verhoogd, eerst met 50% en daarna met 100%. De betrokkene betaalt de sanctie, inclusief de eerste verhoging, maar stelt administratief beroep in dat zich richt tegen de tweede verhoging. De officier van justitie verklaart dit beroep niet-ontvankelijk, waarna de betrokkene beroep instelt bij de kantonrechter. De kantonrechter overweegt dat tegen dergelijke verhogingen geen rechtsmiddel openstaat. Dat betekent dat de kantonrechter niet mag oordelen over de
VR 2025/105 Onvoorspelbaarheid overig verkeer bij ernstige schending van verkeersregels weegt mee in beoordelingskader art. 5a WVW 1994.
Verdachte rijdt tijdens een politieachtervolging onder invloed van alcohol en cocaïne met te hoge snelheden, negeert zesmaal een rood verkeerslicht en rijdt tegen de verkeersrichting in een rotonde op. Verdachte wordt onder andere overtreding van artikel 5a van de Wegenverkeerswet 1994 ten laste gelegd. De verdediging voert bij het hof aan dat uit het dossier onvoldoende blijkt dat levensgevaar of zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten was, waardoor verdachte hiervan zou moeten worden vrijgesproken. Het rijgedrag zou weliswaar gevaarzettend zijn, maar niet zodanig dat de kans
VR 2025/106 Aanrijding tussen auto en fietser. Verkeersaansprakelijkheid motorrijtuig.
Op 10 april 2019 vond een aanrijding plaats tussen een fietsster en een bestelauto, bestuurd door B (verweerder 2). De fietsster liep hierbij ernstig letsel op. Haar zorgverzekeraar, Menzis, heeft de medische kosten vergoed en is gesubrogeerd in haar rechten. De bestelauto was verzekerd bij Achmea. Er is vastgesteld dat er geen sprake was van overmacht aan de zijde van B en dat het verkeersgedrag van de fietsster voor 75% aan het ontstaan van het ongeval heeft bijgedragen. Achmea heeft met de fietsster een minnelijke regeling getroffen waarbij 75% van haar schade werd vergoed. Menzis vorderde
VR 2025/107 Aansprakelijkheid medische fout. Vergoeding zorgschade. Schadevergoedingsrecht.
In augustus 2003 is X (eiser) met een schotwond in de buik opgenomen op de intensive-careafdeling van het Academisch Ziekenhuis Maastricht (AZM). Tijdens zijn opname liep hij als gevolg van een medische fout ernstig hersenletsel op. AZM heeft aansprakelijkheid voor deze fout erkend. Bij arrest van 8 september 2015 heeft het hof AZM veroordeeld tot vergoeding van de door X geleden en nog te lijden schade. Daarna is de zaak doorverwezen naar een schadestaatprocedure. In het kader van deze procedure rapporteerde een deskundige in mei 2018 over de zorgschade van X. Daaruit bleek dat X aanvankelijk
VR 2025/108 Letselschade dierenartsassistente. Aansprakelijkheid paardeneigenaar? Bedrijfsmatig gebruik.
Op 8 november 2016 vond bij het Diergeneeskundig Centrum Noord-Nederland een echografisch onderzoek plaats van de benen van het paard van X (gedaagde). Voorafgaand aan de echo werd het paard voorbereid door dierenartsassistente A. Tijdens de voorbereiding worden de benen van het dier gewassen, geschoren en ingesmeerd met gel. Het paard wordt hiervoor tweemaal gesedeerd. Tijdens deze voorbereiding is A gevallen en liep zij ernstig schedelhersenletsel en een hersenschudding op. Als gevolg hiervan is zij arbeidsongeschikt geworden. Achmea, de aansprakelijkheidsverzekeraar van het Diergeneeskundig