VR 2024/05 Dood door schuld. Mate van schuld. Voetgangersoversteekplaats.
De verdachte heeft een voetganger die doende was met oversteken op een voetgangersoversteekplaats als bedoeld in artikel 49 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (RVV) aangereden. Ingevolge het bepaalde in artikel 49, tweede lid, van het RVV moeten bestuurders voetgangers die op een voetgangersoversteekplaats oversteken of kennelijk op het punt staat zulks te doen, voor laten gaan. De verdachte heeft de heer (het slachtoffer) niet voor laten gaan, omdat hij hem niet heeft gezien. Er is echter niet gebleken van omstandigheden die het zicht van de verdachte belemmerden. Het betrof voorts
VR 2024/06 Val over biggenrug op parkeerterrein. Aansprakelijkheid voor gebrekkige opstal.
In maart 2015 heeft de benadeelde zijn auto geparkeerd op het parkeerterrein van een ABN AMRO-filiaal. Het parkeerterrein heeft twee rijen van vijf parkeervakken met betonnen drempels (biggenruggen) aan de koppen van de vakken om te voorkomen dat auto's te ver doorrijden. Tijdens het verlaten van het parkeerterrein is de benadeelde gestruikeld over een biggenrug en heeft daarbij een incomplete dwarslaesie opgelopen. De benadeelde verzocht de rechtbank een verklaring voor recht dat ABN AMRO aansprakelijk is voor de schade als gevolg van het ongeval. De rechtbank Zeeland-West-Brabant had de
VR 2024/07 Verzekeringsrecht, verhaalsrecht, WAM, goede trouw.
Univé heeft X (verweerder) aangesproken om een schadevergoeding van € 25.000,- te betalen nadat hij onder invloed van alcohol een auto-ongeval heeft veroorzaakt in 2014, waarbij een inzittende gewond raakte. De auto was eigendom van de ouders van X en verzekerd onder de WAM. De verzekering dekte echter geen schade als de bestuurder onder invloed van alcohol, medicijnen of drugs was. Univé had al € 105.000,- aan de inzittende betaald en wilde dit bedrag op X verhalen. De kantonrechter wees de vordering af, en het hof bekrachtigde dit besluit. Het hof heeft geoordeeld dat X aansprakelijk was als
VR 2024/08 Motorrijder komt tijdens noodweer ten val. Provincie als wegbeheerder niet aansprakelijk: geen gebrekkige weg.
Op 9 maart 2019 kwam motorrijder X tijdens noodweer ten val. Zijn motor is doorgegleden en raakte een auto, die daardoor de sloot in reed. X stelt dat de weg gebrekkig was en vordert een verklaring voor recht dat de provincie, als wegbeheerder, op grond van art. 6:174 BW aansprakelijk is voor zijn schade. De kantonrechter wijst de vordering af en overweegt hiertoe als volgt. Uit een ongevalsanalyse volgt dat het wegdek niet meer optimaal was, maar mogelijk nog wel boven de wettelijke norm. Voor de vraag of sprake is van een gebrekkige weg in de zin van art. 6:174 BW is niet bepalend of het