VR 2024/129 Dodelijk ongeval. Landbouwtractor met aan de achterkant een werktuig dat niet was voorzien van een breedtemarkering. Onvoldoende snelheid geminderd.
De verdachte reed als bestuurder van een landbouwtractor met aan de achterkant een werktuig toen uit tegenovergestelde richting een wielrenner naderde. De wielrenner botste bij het passeren op het werktuig, waardoor hij ten val is gekomen en uiteindelijk is komen te overlijden. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verdachte niet gehandeld met de voorzichtigheid die van hem mocht worden verlangd, nu het brede werktuig, zonder voorgeschreven breedtemarkering, en de snelheid van de verdachte van 25 km/u ervoor hebben gezorgd dat het slachtoffer onvoldoende tijdig het werktuig achter de
VR 2024/130 Overtreding art. 6 WVW 1994 door straatrace.
Er is sprake van een overtreding van art. 6 WVW 1994 in de gradatie van roekeloosheid. Twee verdachten hielden een straatrace in de bebouwde kom. Als gevolg van het roekeloos rijden heeft een aanrijding plaatsgevonden met een andere personenauto, als gevolg waarvan de inzittenden daarvan zwaar lichamelijk letsel hebben opgelopen.
VR 2024/131 Prejudiciële vragen gezondheidsrecht. Toestemming van patiënt voor inzage dossier.
Een patiënte heeft een ziekenhuis aansprakelijk gesteld voor een medische fout tijdens een operatie. Het ziekenhuis heeft vervolgens de patiënte gevraagd om toestemming om medische gegevens te delen met de medisch adviseur van hun aansprakelijkheidsverzekeraar. De advocaat van de patiënte heeft uitsluitend toestemming gegeven voor de medisch adviseur. Toch had een jurist die betrokken was bij de claim toegang tot haar medisch dossier. Het ziekenhuis kon niet vaststellen of de verwijten van patiënte terecht waren en heeft zich gewend tot de rechtbank. Naar aanleiding van deze situatie heeft de
VR 2024/132 Val van fiets door stoepbord met linten. Aansprakelijkheid winkelier en verzekeraar.
Op 1 juli 2020 kwam appellante ten val toen zij op haar e-bike reed. Ze liep hierbij een gecompliceerde breuk aan haar linker onderbeen op. Zij schrijft dit toe aan de gevaarlijk wapperende linten aan een stoepbord van de winkel van geïntimeerde. Zij heeft geïntimeerde en haar aansprakelijkheidsverzekeraar Achmea aansprakelijk gesteld voor de geleden en nog te lijden schade. Er is nog geen sprake van een medische eindsituatie. Achmea wees de aansprakelijkheid af en stelt dat er sprake was een ongelukkige samenloop van omstandigheden. De rechtbank wees haar eerdere vorderingen af. Middels
VR 2024/133 Bekende derde, mededelingsplicht verzekeringnemer, opzet om te misleiden, verval van recht op uitkering.
Op 1 januari 2019 was A, in de uitspraak genoemd geïntimeerde 4, betrokken bij een eenzijdig verkeersongeval als passagier met een Citroën Xsara Picasso, bestuurd door haar zus. De auto is meerdere keren over de kop geslagen. A raakte bekneld en liep wervelfracturen op, resulterend in een incomplete dwarslaesie. Na operatie en revalidatie verblijft ze nu in een aangepaste woning met 24-uurs zorg. Op het moment van het ongeval was A 50 jaar oud en stond ze onder beschermingsbewind. De auto was tot 6 december 2018 geregistreerd op naam van C. Op het moment van het ongeval stond de auto op naam