Zoeken

19 resultaten gevonden

  1. VR 2018/14 Parkeren. Kruispunt.

    Jurisprudentie
    Een redelijke uitleg van artikel 24, eerste lid, aanhef en onder a, RVV 1990 brengt naar het oordeel van het hof mee dat het verbod om binnen vijf meter van een kruispunt te parkeren gelding heeft voor de weg zoals opgenomen in artikel 1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wegenverkeerswet 1994.
  2. VR 2018/15 Parkeren voor uitrit. Gevaar of hinder veroorzaken. Discretionaire bevoegdheid verbalisant. Zwaarder feit.

    Jurisprudentie
    De verbalisant heeft een sanctie opgelegd voor de gedraging "voertuig zodanig op de weg laten staan dat gevaar wordt/kan worden veroorzaakt of verkeer wordt/kan worden gehinderd", gebaseerd op artikel 5 van de Wegenverkeerswet. Alhoewel uit de verklaring van de verbalisant in het aanvullend proces-verbaal blijkt dat door de gedraging (ook) hinder is ontstaan en gevaar kon worden veroorzaakt, heeft de verbalisant naar het oordeel van het hof in dit geval ten onrechte gekozen voor het opleggen van een sanctie voor deze gedraging. Weliswaar heeft de verbalisant een discretionaire bevoegdheid
  3. VR 2018/16 Opvragen van stukken. Termijn. Ambtsedig proces-verbaal.Onschuldpresumptie.

    Jurisprudentie
    De gemachtigde heeft verzocht om toezending van stukken als bedoeld in artikel 7:18, vierde lid, van de Awb. Gelet daarop had de officier van justitie ervoor dienen te zorgen dat de gemachtigde de beschikking kreeg over het zaakoverzicht en de foto van de gedraging teneinde binnen een nader te stellen termijn de gronden van het beroep te kunnen aanvoeren. In WAHV-zaken biedt de ambtsedige verklaring van de verbalisant in beginsel een voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. De enkele omstandigheid dat in de beschikking is vermeld dat een "overtreding" is begaan
  4. VR 2018/17 Proceskosten. Wegingsfactoren.

    Jurisprudentie
    Bepaling hoogte proceskostenvergoeding. Het antwoord op de vraag welke wegingsfactor moet worden toegepast, is afhankelijk van het gewicht van de zaak. Het begrip 'gewicht van de zaak' dient te worden opgevat als het belang en de ingewikkeldheid van de in administratief beroep of in de (hoger) beroepsfase als geheel voorliggende geschilpunten, zonder verdere differentiatie naar de ontwikkeling van het geschil in de betreffende fase van de procedure. De tekst van (de bijlage bij) het Besluit proceskosten bestuursrecht noch de toelichting ervan biedt een aanknopingspunt om binnen een fase in de
  5. VR 2018/18 Aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen. Oldtimer.Schorsing tenaamstelling. Zorgplicht. Matiging sanctie.

    Jurisprudentie
    Gelet op de stukken in het dossier is naar het oordeel van het hof komen vast te staan dat de gedraging - “voor een motorrijtuig niet de vereiste verzekering afsluiten en in stand houden” - is verricht. Op het moment van de registercontrole was het op naam van de betrokkene gestelde voertuig niet verzekerd en de tenaamstelling daarvan in het kentekenregister evenmin geschorst. Ter beoordeling van het hof is nu of niettemin aanleiding is om in dit geval een sanctie achterwege te laten of het bedrag ervan te matigen.De advocaat-generaal heeft in zijn verweerschrift voorgesteld het sanctiebedrag
  6. VR 2018/19 Rechts inhalen.

    Jurisprudentie
    De betrokkene heeft reeds in het beroepschrift tegen de inleidende beschikking aangevoerd dat er sprake was van voorsorteren en dat er op de linker rijbaan meer auto's stonden voorgesorteerd dan op de rechter rijbaan, in welk geval rechts inhalen is toegestaan. Hiermee geeft de betrokkene te kennen dat er naar zijn mening sprake was van filerijden. Gelet op hetgeen de betrokkene gedurende de gehele procedure vasthoudend en consistent heeft aangevoerd, acht het hof de verklaringen van de verbalisant onvoldoende om tot de overtuiging te komen dat de betrokkene rechts heeft ingehaald waar dat
  7. VR 2018/20 Parkeren. Ander weggedeelte.

    Jurisprudentie
    Administratieve sanctie ter zake van overtreding van art. 10 RVV 1990. De plaats waar de betrokkene zijn voertuig had geparkeerd dient te worden aangemerkt als een ander weggedeelte, niet zijnde een voetpad, fietspad, fiets/bromfietspad of ruiterpad, zoals omschreven in artikel 10, eerste lid RVV. Uit de verklaring van de verbalisant blijkt niet dat het voertuig met de overige wielen geparkeerd stond op een voetpad, fietspad, fiets/bromfietspad of ruiterpad. Derhalve is niet komen vast te staan dat de gedraging is verricht.
  8. VR 2018/21 Parkeerschijfzone. Verkeersbord E10.

    Jurisprudentie
    Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie opgelegd ter zake van “zonder duidelijk zichtbare achter de voorruit geplaatste parkeerschijf met de aangegeven begintijd van parkeren bij blauwe streep” welke gedraging zou zijn verricht op 8 mei 2013 om 13.39 uur op het Koningin Julianaplein te Voorburg. De gemachtigde stelt dat er geen E10-bord (parkeerschijfzone met verplicht gebruik van parkeerschijf, tevens parkeerverbod indien er langer wordt geparkeerd dan de parkeerduur die op het bord is aangegeven) stond op de toegangsweg waar de
  9. VR 2018/22 Snelheidsovertreding. Verkeersregelaar. Aanwijzing.

    Jurisprudentie
    Aan de betrokkene is bij inleidende beschikking een administratieve sanctie opgelegd ter zake van “overschrijding van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom (30 km/h) met 19 km/h”. De betrokkene ontkent niet de gedraging te hebben verricht. Hij stelt zich op het standpunt dat hij op instructie van een wegwerker, die in de hoedanigheid van verkeersregelaar optrad, de overtreding heeft begaan. Voor zover het verweer van de betrokkene moet worden opgevat als een beroep op het van hoofdstuk IV van het RVV 1990 deel uitmakende artikel 84 (inhoudende: "Aanwijzingen gaan boven verkeerstekens en
  10. VR 2018/23 Verkeersongeval; WAM-verzekering; vervalbeding tegenwerpen
    aan slachtoffer?

    Jurisprudentie
    In 2012 is B als bestuurder van een personenauto door onbekende oorzaak van de weg geraakt, waarbij hij de op dat moment 81-jarige eiseres (die in de berm zat) heeft aangereden. Vervolgens ontstaat discussie over de vraag of de auto van B op dat moment was verzekerd bij Treston, mede omdat het in het politierapport genoemde kenteken enige tijd na het ongeval kennelijk was bevestigd op een andere auto, vrijwel identiek maar met een ander chassisnummer. In een tussenvonnis van 18 januari 2017 (ECLI:NL:OGEAA:2017:50) acht het gerecht voorshands bewezen dat eiseres is aangereden door de auto met
  11. VR 2018/24 Verkeersongeval, beroep op overmacht gehonoreerd.

    Jurisprudentie
    Eiser is, na in een stilstaande stadsbus ('bus 1') te zijn gestapt, direct weer uitgestapt omdat hij bij nader inzien de bus ('bus 2') aan de andere kant van de weg diende te halen. Hij is voor de stilstaande bus 1 langs de weg opgelopen, waarbij hij in botsing is gekomen met de auto van A die bus 1 aan het inhalen was. De toegestane maximumsnelheid was 50 km/u, A reed ca. 20-25 km/u. A heeft de Duitse nationaliteit en heeft zijn auto verzekerd bij een Duitse verzekeraar (VHV). Eiser heeft VHV gedagvaard, nadat een deelgeschil was gestrand op het feit dat feitelijk het hele geschil aan de
  12. VR 2018/25 Kort geding; privacy; camera's; drone; burengeschil.

    Jurisprudentie
    Eiser en gedaagden zijn buren. Gedaagden hebben hun perceel gekocht van eiser, waarna verschillende conflicten zijn ontstaan. Eiser heeft slechts één oprijlaan aan de achterzijde van het perceel, gedaagden hebben zowel aan de voor- als aan de achterzijde een oprijlaan. Aan de achterzijde van de percelen grenzen beide oprijlanen aan elkaar. Op enig moment hebben gedaagden camera's opgehangen, gericht op hun oprijlaan aan de achterzijde. Ook hebben zij een drone boven het perceel van eiser laten vliegen. Eiser heeft daarop ook camera's opgehangen. De voorzieningenrechter stelt voorop dat eiser
  13. VR 2018/26 Burenruzie; vernieling drone waarmee onrechtmatig werd
    gefilmd.

    Jurisprudentie
    Eiser en gedaagde zijn buren en hebben niet zo'n beste relatie. Sinds 2014 beschikte eiser over een drone, die hij had uitgerust met een camera. Hij vloog hiermee onder meer over het perceel van (de ouders van) gedaagde. Op 26 december 2014 heeft gedaagde met een luchtbuks de drone uit de lucht geschoten. Eiser vordert nu vergoeding van (onder meer) de waarde van de drone. In een tussenvonnis van 21 december 2016 (ECLI:NL:RBGEL:2016:7155) oordeelde de rechtbank dat eiser onrechtmatig handelde jegens gedaagde en zijn ouders door met de drone over hun perceel te vliegen. Het vliegen met een
  14. VR 2018/27 Hoger beroep deelgeschil; ontvankelijkheid; valpartij op
    gladde vloer; bewijslevering; gebrekkigheid vloer voorshands bewezen.

    Jurisprudentie
    Op vrijdag 13 juli 2012 zijn appellanten onafhankelijk van elkaar ten val gekomen op de eerste etage van een winkelcentrum, toen zij op het parkeerdek uit de lift stapten. De vloer vlak voor de lift was vochtig. Kort na het ongeval is er een anti-sliplaag op de vloer aangebracht. De technisch manager, die verantwoordelijk was voor het toezicht op en het onderhoud van het winkelcentrum, verklaarde (1) dat hij al eerder had geconstateerd dat de vloer bij nat weer glad werd en ook al een offerte had gevraagd voor het aanbrengen van een anti-sliplaag; en (2) dat het ongeval zeker het gevolg zou
  15. VR 2018/28 Deelgeschil; begroting schade; toekenning voorschot in
    deelgeschil.

    Jurisprudentie
    Verzoeker werkte 36 uur per week bij Iriszorg (verslavingszorg) en daarnaast gemiddeld 28 uur per week als pgb-houder voor zijn vier kinderen met een autistisch-spectrum stoornis. Toen hij op zijn racefiets plotseling zeer hard moest remmen omdat een verzekerde van Unigarant geen voorrang verleende, is hij ten val gekomen en heeft hij letsel opgelopen als gevolg waarvan hij kort daarna door het UWV 80-100% arbeidsongeschikt is geacht. Unigarant heeft aansprakelijkheid erkend, maar is op enig moment zonder duidelijke verklaring gestopt met het betalen van aanvullende voorschotten. Verzoeker
  16. VR 2018/29 Deelgeschil; letselschade; ruzie op straat; geen WAM-schade.

    Jurisprudentie
    Verzoeker passeerde op de fiets de stilstaande bestelbus van verweerder sub 1. Tijdens het passeren heeft hij een klap op de bestelbus gegeven, omdat hij meende dat verweerder sub 1 een voor fietsers gevaarlijke situatie in het leven riep. Verweerder sub 1 heeft verzoeker daarop door het openstaande raam bij zijn mouw gepakt, waarna verzoeker zijn evenwicht verloor en tegen de bestelbus aanviel. Hij heeft daarbij letselschade aan zijn knie opgelopen. Verweerder sub 1 is strafrechtelijk veroordeeld voor dit incident. Hij heeft tegen dat vonnis weliswaar hoger beroep ingesteld, maar erkent de
  17. VR 2018/30 Letselschade door paard (art. 6:179 BW); aansprakelijkheid
    jegens echtgenoot.

    Jurisprudentie
    Verzoeker en verweerster (verzekerd bij Allianz) zijn echtgenoten. Zij bezaten een paard en een koets; verweerster had een koetsiersbewijs. Tijdens een rit in de koets heeft het (onrustig geworden) paard een ongeval veroorzaakt waarbij verzoeker onder meer tegen een auto is gedrukt en waarbij het rechterbeen van verzoeker is verbrijzeld. Verzoeker heeft zijn AVP-verzekeraar en de WAM-verzekeraar van de betrokken auto aangesproken, die beiden de claim hebben afgewezen. Verzoeker heeft voorts Allianz aangesproken op basis van een door verweerster afgesloten koetsiersverzekering. Allianz heeft
  18. VR 2018/31 Deelgeschil; aansprakelijkheid wegbeheerder; verzoek
    afgewezen.

    Jurisprudentie
    In opdracht van de gemeente Wageningen heeft een extern bedrijf op 2 mei dranghekken langs de weg gezet, die op 4 en 5 mei zouden worden gebruikt in verband met de festiviteiten waarvan op die data op verschillende plaatsen in Wageningen sprake zou zijn. De dranghekken stonden onder meer in de buurt van een aantal studentensociëteiten, waar in de nacht van 3 op 4 mei feest werd gevierd. (Een) Onbekende persoon/personen heeft/hebben in deze nacht een dranghek op de weg geplaatst. Verzoekster is vervolgens op haar scooter tegen dit hek aangereden en heeft daarbij letsel opgelopen. Zij stelt de
  19. VR 2018/32 Deelgeschil; niet geschikt voor deelgeschil i.v.m. noodzaak
    bewijslevering.

    Jurisprudentie
    Verzoekster nam deel aan een fietstoertocht. Bij een versmalling in de weg, waar onder meer zgn. varkensruggen zijn geplaatst om het gemotoriseerd en ongemotoriseerd verkeer te scheiden, is zij ten val gekomen toen een andere deelnemer aan de toertocht moest uitwijken voor deze varkensruggen. Verzoekster heeft daarbij onder meer een heupfractuur opgelopen. Zij verzoekt in deze procedure een verklaring voor recht dat de gemeente als wegbeheerder aansprakelijk is voor haar schade, aangezien deze wegsituatie gebrekkig was. De rechtbank stelt vast dat de enkele aanwezigheid van de varkensruggen

Zoektips

  • Check of de spelling van de zoekterm klopt
  • Weet u het publicatienummer van een uitspraak of artikel, toets dan bijvoorbeeld in “2021/68”. Het publicatienummer dient dus tussen aanhalingstekens te staan. (N.B.: artikelen hebben vanaf 2011 een publicatienummer; uitspraken hebben allemaal een publicatienummer.) Om een artikel of uitspraak te vinden met een publicatienummer onder de 10 of vlak onder de 100, is het soms nodig om er een nul voor te typen. Bijvoorbeeld “2022/08” of “2021/090”.
  • Gebruik meerdere zoektermen voor een zo relevant mogelijk resultaat:
    • Zoekt u een artikel/uitspraak waarin zowel ‘auto’ als ‘stoplicht’ voorkomt, toets dan in: auto AND stoplicht
    • Zoekt u op één van de woorden, dan toetst u de woorden gewoon los in (auto stoplicht). Het zoekresultaat bevat dan alle artikelen/uitspraken/columns waarin auto en/of stoplicht voorkomt.

Nog niet gevonden wat u zoekt? Neem contact met ons op. Wij helpen u graag!