Verkeersrecht 2022-12

Editie
VR2022-12-cover
Datum uitgave: 

VR 2022/177 Compensatie voor gemist zwart werk binnen het aansprakelijkheidsrecht? Een tussenstand

Artikel
VR2022-12_illu
Eerder stelden wij ons in het PIV Bulletin van maart 20201) de vraag of het eigenlijk wel logisch is om binnen het aansprakelijkheidsrecht te compenseren voor gemist zwart werk. Wij beantwoordden deze vraag ontkennend, én riepen op tot discussie op dit punt. Die discussie is er gekomen, zowel in de literatuur2) als ten overstaan van de rechter, zo is gebleken. Ook in de door ons verzorgde parallelsessies op het PPS Congres van 30 september 2022 heeft deze discussie plaatsgevonden, waarbij de meningen verdeeld waren. In dit artikel schetsen we eerst het te bespreken vraagstuk. Vervolgens zetten wij de relevante literatuur en jurisprudentie op een rij en schetsen we de 'tussenstand' van deze discussie. Het is nog wachten op een eventuele principiële uitspraak van de Hoge Raad, maar inmiddels heeft het Hof Den Haag zich wel uitgesproken een recent arrest d.d. 15 november 2022 (opgenomen in deze aflevering onder nummer VR 2022/184). In dit arrest komen nagenoeg alle argumenten voor en tegen vergoeding van zwart werk aan de orde en worden de bezwaren van de verzekeraar in kwestie hiertegen uiteindelijk afgewezen. Bij deze argumenten voor en tegen vergoeding van gemist zwart werk binnen het aansprakelijkheidsrecht zullen wij in het onderstaande stilstaan, waarna we aangeven dat en waarom wij menen dat de 'oude' lijn in de rechtspraak aan verandering toe is. Voor vergoeding van gemist zwart werk is in onze visie geen plaats binnen het aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht.

VR 2022/178 Frictie tussen bestuursrecht en strafrecht:

Artikel
De Wvw 1994 wordt vooral strafrechtelijk, maar ook voor een deel bestuursrechtelijk gehandhaafd. De oplegging van een onderzoek naar de rijvaardigheid of -geschiktheid is een voorbeeld van een bestuursrechtelijke handhavingsmodaliteit. De naleving van de schorsing van het rijbewijs tijdens dat onderzoek wordt echter weer strafrechtelijk gehandhaafd. Dat er dan frictie kan ontstaan blijkt uit de in deze bijdrage te bespreken uitspraak van de Afdeling Rechtspraak (de Afdeling) van 26 januari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:243.

VR 2022/179 Van zwart naar wit, witwassen in het aansprakelijkheidsrecht

Column 13 december 2022
Diefstal, oplichting, belasting- en sociale zekerheidsfraude, valsheid in geschrift, identiteitsfraude, phishing, economische criminaliteit, milieucriminaliteit, drugscriminaliteit, allemaal strafbare feiten die niet worden gepleegd omdat het zo leuk en gezellig is, maar omdat er geld mee te verdienen valt. Soms heel veel geld. De negatieve maatschappelijke effecten van criminele verdiensten zijn veelzijdig. Om maar wat te noemen: de aanzuigende werking van het snelle criminele geld, het verkrijgen van een oneigenlijk voordeel in een concurrentiepositie, ondermijning van het vertrouwen in normale handelspatronen, misbruik van publieke middelen en publieke diensten, vermogensschade bij slachtoffers van criminaliteit, ondergraving van het sociale zekerheidsstelsel, het ontstaan van een oncontroleerbaar zwart-geld-circuit en misbruik van maatschappelijke structuren bij besteding van criminele verdiensten in het normale economische verkeer.

VR 2022/180 Meerdere overtredingen. Samenloop. Cumulatie van sancties.

Jurisprudentie

De betrokkene pleegde meerdere snelheidsovertredingen achter elkaar. Er is geen sprake is van een voortgezette handeling, maar van meerdere overtredingen, nu de betrokkene zich telkens in een nieuwe verkeerssituatie heeft begeven en telkens opnieuw de maximumsnelheid heeft overschreden. Tussen de verschillende snelheidsoverschrijdingen is aldus sprake van verschillende beslismomenten en heeft de betrokkene voldoende gelegenheid gehad om zijn verkeersgedrag aan te passen. Er is echter wel sprake van één gebeurtenis/moment in de zin van de art. 2 WAHV, Aanwijzing feitgecodeerde misdrijven