Materiële normering van personenschade

VR-kort
Artikel
12 mei 2017

Mr. dr. J.E. van de Bunt
Materiële normering van personenschade is een belangrijk thema in het Nederlands schadevergoedingsrecht. Deze vorm van normering komt in beeld als een concrete wijze van begroting van schade lastig, zo niet onmogelijk is.
In dit artikel staat centraal wat de stand van zaken is met betrekking tot normering van personenschade en op welke wijze normering verder kan worden vormgegeven.
Het beeld is dat er een toenemend belang is van de normering van personenschade in de afgelopen vijftien jaar. Een voortrekkersrol daarin heeft De Letselschade Raad (gehad) die met een groot aantal richtlijnen is gekomen.
Omdat de hoogte van de schade die slachtoffers van personenschade lijden zo verschillend is, is normering vooral gelegen in het gebruik van standaardmethoden om de schade te berekenen en minder in het hanteren van standaardbedragen. De inventarisatie van de huidige praktijk heeft laten zien dat de standaardmethoden eenvoudig kunnen zijn, zoals de berekening van een kilometervergoeding, of complex, zoals de berekening van overlijdensschade.
Uit onderzoek blijkt dat normering verschillende voordelen heeft. Een voordeel is dat zij leidt tot een kortere procedure, waar vooral het slachtoffer baat bij zal hebben, omdat hij hierdoor mogelijk ook eerder herstelt en tevredener zal zijn over de procedure. De (verzekeraar van de) dader profiteert met name van de lagere kosten van de buitengerechtelijke procedure door normering. Voor het slachtoffer vallen de kosten van een eventuele gerechtelijke procedure lager uit.
Hoewel een flink aantal schadeposten genormeerd is, geldt dat nog niet voor alle schadeposten. De ontwikkeling die is ingezet, kan dus voortgaan. Van een schadepost als verlies van arbeidscapaciteit kunnen diverse aspecten worden genormeerd. Een ervan, de rekenrente, is nu voorwerp van onderzoek door een werkgroep van De Letselschade Raad. Ook andere aspecten van het verlies van arbeidscapaciteit, zoals het ontwikkelen van verschillende carrièreperspectieven, zouden op de agenda moeten worden gezet. Nu er een Denktank Smartengeld is opgericht, behoort ook een breed gedragen richtlijn voor die schadepost tot de mogelijkheden in de nabije toekomst. Voor de normering van affectieschade maakt de wetgever zich sterk. Voorts zouden begrafeniskosten gemakkelijk kunnen worden genormeerd; deze kosten zijn in de praktijk echter gemakkelijk te onderbouwen, omdat de kosten al gemaakt zijn.
Het Schadefonds Geweldsmisdrijven heeft in 2014 een nieuwe wijze van normering ingevoerd. Slachtoffers krijgen één all-in bedrag als tegemoetkoming voor al hun materiële als immateriële schade. Er bestaat zeker een groot voordeel voor het slachtoffer in termen van een vlottere afwikkeling. Maar de stap van zulke normering door het Schadefonds naar normering van personenschade is heel erg groot. Het zal erg lastig zijn om draagvlak voor een benadering met all-in bedragen te creëren bij slachtoffer- en daderorganisaties. Er moet dan echt sprake zijn van consensus. Zo ver is het voorlopig nog lang niet. Eerst moet worden bekeken of zo veel mogelijk standaardmethoden om schade te berekenen uitgedacht kunnen worden.
 

Bron: 
MvV 2017, afl. 3. p. 85-93