VR 2018/102 Op weg naar een register voor letselschadedeskundigen

VR 2018/102

 

Op weg naar een register voor letselschadedeskundigen

Mr. ing. Nico Keijser *

* Mr. ing. N.M. Keijser CDPO is Secretaris van het Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen LRGD.

Inleiding

In de afgelopen twee decennia is de rol van de deskundige in rechte in Nederland geprofessionaliseerd. Dat heeft onder meer geleid tot de oprichting in 2005 van het Landelijk Register van Gerechtelijk Deskundigen (LRGD). Begin 2017 heeft de Expertgroep Letselschade van het Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel Kanton & Toezicht (lovck&t)1) het LRGD verzocht om te onderzoeken op welke wijze en onder welke voorwaarden experts uit diverse vakgebieden, die kunnen optreden als gerechtelijke deskundige in letselschadezaken, kunnen worden geregistreerd bij het LRGD. Daartoe heeft het LRGD overleg gevoerd met een groot aantal beroepsorganisaties van professionals2) die betrokken zijn bij de afdoening van letselschade. Dit artikel doet verslag van die rondgang en van het verslag dat daarvan is gedaan aan de Expertgroep Letselschade.

 

Historie

Het is nog maar relatief kort geleden dat er in Nederland expliciet wordt nagedacht over “de persoon van de deskundige in rechte”. Vanaf september 2000 is er discussie geweest over het stellen van nadere eisen aan deskundigen. Die discussie is destijds geïnitieerd door de rechtspsycholoog Crombag met zijn spraakmakende afscheidsrede 'Rechters en Deskundigen'.3) De aanleiding daartoe waren de bekende strafrechtelijke juridische missers in de Puttense Moordzaak, de Schiedammer Parkmoord en Verpleegkundige Lucia de B., waar vermeende daders werden veroordeeld op basis van getuigenissen van quasi-deskundigen. De gevolgen in het civiele recht worden daarentegen meestal niet in de pers beschreven, maar de gevolgen van “ondeskundigen” zijn ook daar schrijnend.

Alhoewel het optreden van deskundigen (zowel in het strafrecht, het bestuursrecht als in het civiele recht) zich nog altijd ontwikkelt, zijn de procedures daarvoor al sterk verbeterd, vastgelegd en hebben deze hun plaats gekregen in de praktijk. Inmiddels wordt gesproken over het benoemen van deskundige deskundigen: deskundigen waarvan vaststaat dat zij zowel het vakgebied beheersen waarop ze acteren, als verstand hebben van de taak en positie van de gerechtelijke deskundige en diens technische rol in de juridische procedure.

Naast de al langer bestaande wettelijke bepalingen over en voor deskundigen zijn inmiddels verschillende documenten beschikbaar die deskundigen leiden bij hun opdracht: de Leidraad deskundigen in civiele zaken en de Leidraad medisch deskundigen in bestuursrechtelijke zaken, de Gedragscode Civiele en Bestuursrechtelijke Zaken, de Gedragscode NRGD voor deskundigen optredend in het strafrecht, de Gedragscode voor gerechtelijk deskundigen bij de Afdeling bestuursrechtspraak en de Gedragscode Stichting Advisering Bestuursrechtspraak. Civiele deskundigen kunnen gebruik maken van het Model Deskundigenbericht. Voor wat betreft de afdoening van letselschadegeschillen bestaan de Gedragscode Behandeling Letselschade (GBL), met als aparte bijlage de Medische Paragraaf bij de GBL en de Gedragscode Openheid medische incidenten; betere afwikkeling Medische Aansprakelijkheid (GOMA). Deze twee laatstgenoemde hebben een iets andere status, aangezien deze voor het merendeel buiten rechterlijke afdoening worden gebruikt, terwijl de andere juist in rechte worden voorgeschreven. Daarnaast bestaan nog de gedragscodes van de Letselschaderaad: Behandeling letselschadezaken algemeen en Behandeling letselschadezaken medische incidenten, de Handreiking Zorgschade 2017 en Richtlijnen en Protocollen van de Nederlandse Vereniging van Verzekeringsgeneeskunde.

In de afgelopen 10 jaar zijn verschillende registers opgericht die specifiek zijn gericht op de registratie van deskundigen in rechte. Hierbij noem ik er drie:

-      Stichting Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen (LRGD), opgericht in 2005.

-      Nederlandse Vereniging voor Medisch Specialistische Rapportage (NVMSR), opgericht in 2009.

-      Nederlands Register van Gerechtelijke Deskundigen (NRGD), ingericht op basis de Wet deskundige in strafzaken, die op 1 januari 2010 in werking is getreden.

Er bestaan vanzelfsprekend heel veel registers en lijsten van deskundigen in Nederland, te veel om hier op te noemen.4) Ik kwalificeer een ‘register’ als de weergave van personen die voldoen aan kwaliteitseisen en toelatingscriteria, waarbij ook gedragsregels een rol spelen en doorhaling een mogelijke sanctie is. Deze registers hebben echter een vaktechnische basis en zijn niet specifiek gericht op het optreden in rechte.

Uitgaande van de vraag die aan het LRGD is gesteld door de Expertgroep Letselschade bespreek ik uitsluitend ontwikkelingen waarvoor het LRGD verantwoordelijk is of waarbij het LRGD een rol speelt of kan spelen.

 

Het Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen LRGD

Het LRGD registreert deskundigen op alle vakgebieden die werkzaam zijn in strafrecht, civiel recht en bestuursrecht. Aan opname in het register van deskundigen zijn voorwaarden verbonden die zien zowel op de vakdeskundigheid van de deskundige als op kennis van de juridische aspecten van het optreden als deskundige in rechte.

In het register zijn deskundigen opgenomen die:

-      deskundig zijn op hun eigen vakgebied, hetgeen wordt vastgesteld op basis van het lidmaatschap van een relevante beroepsorganisatie5);

-      voldoende geschoold zijn als gerechtelijk deskundige, hetgeen wordt vastgesteld op basis van het gevolgd hebben van een geaccrediteerde opleiding

-      hun kennis op peil houden door permanente educatie.6)

In 2017 vierde het LRGD met een lustrum symposium7) 8) het feit dat partijen 10 jaar van bij het LRGD geregistreerde deskundigen gebruik kunnen maken. In de aanloop naar dat symposium is een eigen analyse gemaakt van de lessen die uit 10 jaar LRGD konden worden getrokken.9)

In de loop der tijd denken alle actoren (beter) na over de persoon van de deskundige. De rechter is gebaat bij een deskundig oordeel over de technische materie die partijen verdeeld houdt. Niet alleen zijn partijen, althans minimaal één van hen, de dupe van een deskundige die zijn vakgebied niet beheerst, ook het vertrouwen in de rechtsstaat in zijn algemeenheid wordt ondermijnd wanneer vonnissen zijn gebaseerd op een deskundigenbericht dat de vaktechnische toets der kritiek niet kan doorstaan.

Partijen mogen zich altijd uitlaten over de persoon van de te benoemen deskundige. Nadat partijen akkoord zijn gegaan met de benoeming van een bepaalde persoon, is het daarna in twijfel trekken van diens oordeel niet onmogelijk maar niet altijd gemakkelijk. Het doen van onderzoek naar de door henzelf of door de tegenpartij voorgestelde persoon wordt door het gebruik van een register eenvoudiger. De daarvoor relevante informatie is publiek zichtbaar in een register. Het gebeurt dat rechters de keuze maken voor de door één van de partijen voorgestelde deskundige, boven de door de andere partij voorgestelde, met de motivering “aangezien deze is geregistreerd bij het LRGD”.10)

 

LRGD en letselschadedeskundigen

Wat heeft het LRGD specifiek van doen met letselschadedeskundigen? In het register van het LRGD zijn verschillende Letselschaderekenaars, Arbeidsdeskundigen, Neurologen en Verzekeringsartsen geregistreerd.

Begin 2017 heeft de Expertgroep Letselschade van het Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel Kanton & Toezicht (lovck&t)11) het LRGD verzocht om te onderzoeken op welke wijze en onder welke voorwaarden experts uit diverse vakgebieden, die kunnen optreden als gerechtelijke deskundige in letselschadezaken, kunnen worden geregistreerd bij het LRGD. De vraag van de Expertgroep Letselschade richt zich op de registratie van experts die als gerechtelijke deskundigen kunnen worden benoemd. Dat zijn experts die door de rechter, maar vooral door “de markt” (partijen, advocaten en verzekeraars), als onafhankelijk en objectief worden gezien, respectievelijk als zodanig worden geaccepteerd.

 

Eerdere vraag van Onteigeningskamers

In 2014 heeft de Landelijke Expertgroep Grondzaken het LRGD benaderd met de vraag om te onderzoeken of, en zo ja, op welke wijze, onteigeningsdeskundigen bij het LRGD konden worden geregistreerd. Dat was een vergelijkbare vraag in een vergelijkbare situatie.

Tot dan toe beheerde elke Onteigeningskamer in Nederland zijn eigen adressenbestand. De Onteigeningskamers maken gebruik van twee soorten deskundigen: juristen en taxateurs. Sinds zeer recent is het gebruikelijk dat deze altijd in een commissie van drie worden benoemd: één jurist die als voorzitter optreedt en twee taxateurs. De werkwijze van de deskundigen is specifiek geregeld in de Onteigeningswet. De situatie die de Expertgroep aan het LRGD voorlegde was als volgt. Juist voor 2014 had de Landelijke Expertgroep besloten alle individuele adressenbestanden samen te voegen tot een lijst, hetgeen werd gecommuniceerd aan op dit gebied opererende advocaten(kantoren). Dat resulteerde in vragen van experts over hoe zij op de lijst konden komen. Advocaten vroegen naar informatie van een te benoemen deskundige, en de griffiers en Landelijke Expertgroep zagen zich geconfronteerd met taken die ze niet voorzien hadden en waarvoor ze niet zijn toegerust: administratie van de lijst, beslissen over toelating tot de lijst en, even zo belangrijk, afvoeren van de lijst.

Het LRGD heeft na overleg met relevante beroepsorganisaties eisen opgesteld waar deskundigen aan moeten voldoen die worden geacht adequaat te kunnen acteren in het onteigeningsrecht. Die eisen zijn gepubliceerd op de website van het LRGD en zijn daarmee voor iedereen kenbaar. Opname in het register en publicatie van de Onteigeningsdeskundigen heeft geleid tot transparante informatie over de deskundigen. Experts kunnen toetreden tot de lijst wanneer ze voldoen aan de criteria en ze worden afgevoerd wanneer ze dat niet meer doen. Voor de Onteigeningskamers is een actueel register ontstaan waaruit zij kunnen benoemen.12)

 

Expertgroep Letselschade

Evenzo heeft de Expertgroep Letselschade behoefte aan een goed actueel register waaruit een onafhankelijke en kwalitatief goede deskundige kan worden benoemd. Eerder heb ik al aangegeven dat rechters slechts met grote moeite onafhankelijke deskundigen kunnen vinden die kunnen worden benoemd.

In verband met de vraag van de Expertgroep Letselschade heeft het LRGD in 2017 overleg gevoerd met beroepsbeoefenaren en vertegenwoordigers van een groot aantal (beroeps)organisaties.13)

De praktijk van de afdoening van letselschade kenmerkt zich door een grote diversiteit aan betrokkenen.

Verreweg de meeste zaken worden door partijen onderling, onder begeleiding van deskundigen, afgedaan of opgelost door middel van alternatieve geschilbeslechting (onderhandeling of bijvoorbeeld mediation). Slechts een zeer beperkt deel van de letselschadegeschillen komt bij de rechter. De in dit verband meermaals genoemde percentages zijn 2% tot 5%.14) Die zaken betreffen daarom per definitie complexe en lastige casus, waarbij de kwaliteit, onafhankelijkheid en objectiviteit van de te benoemen deskundige extra van belang is. Niet alleen voor het slachtoffer in de betreffende casus, maar ook in verband met de mogelijk te genereren jurisprudentie, die door experts later (vanzelfsprekend) weer wordt gebruikt voor onderlinge afdoening van een volgende (min of meer gelijke) casus.15)

De huidige praktijk wordt schematisch weergegeven door de volgende figuur:

 

Figuur 1. Schematische weergave.

 

A Is het veld van letselschadeslachtoffers en hun advocaten en belangenbehartigers. De experts die hier opereren zijn overwegend16) gericht op de positie en de belangen van het slachtoffer.

B Is het veld van de verzekeringsmaatschappijen en de bij hen werkzame of door hen ingeschakelde experts. De experts die hier opereren zijn overwegend17) gericht op de positie en de belangen van de verzekeringsmaatschappij.

C Is het veld van de letselschadezaken die aan het oordeel van de rechter worden onderworpen. Personen die hier worden ingeschakeld worden door de rechter als gerechtelijke deskundige benoemd. De onafhankelijkheid en objectiviteit van deze deskundigen wordt ‘bij voorkeur’ ook door partijen erkend.

 

Knelpunten en problemen die worden ervaren

Door geraadpleegde personen zijn verschillende knelpunten en problemen genoemd. Onderstaand zijn deze zonder enige prioritering weergegeven. De mate waarin genoemde waarnemingen als problematisch ervaren worden, varieert met de omstandigheden van het geval en met de positie van de persoon die de waarneming doet.

In de velden A en B worden door gesprekspartners de volgende knelpunten en problemen waargenomen:

-      Afnemende materiekennis18) bij/door ondeskundige belangenbehartigers;

-      Afnemende materiekennis19) van zaakbehandelaars bij verzekeringsmaatschappijen;

-      Langere doorlooptijden als gevolg van personeelswisselingen en/of mindere personeelsbezetting bij -verzekeringsmaatschappijen;

-      Intensieve discussie tussen partijen over de visie van de expert als zodanig, in plaats van over het slachtoffer en diens situatie;

-      Afnemende kennis over het te volgen proces;

-      Discussie en onduidelijkheid over (de verschillen tussen) juridische en medische causaliteit20);

-      Complexer wordende omgeving van het aansprakelijkheidsrecht als geheel;

-      Verminderde bereidheid tot voorleggen van het geschil aan de rechter in verband met de ongewisheid over de persoon van de te benoemen deskundige en diens kwaliteiten;

-      Verhoogde bereidheid tot het voorleggen van het geschil aan de rechter door de advocatuur, aangezien zij “de dagvaarding” in hun systeem hebben zitten, terwijl de belangenbehartiger van het slachtoffer daarvoor derden moet inschakelen;

-      Wens tot verhoging van kwaliteit van experts die werkzaam zijn in velden A en B, om jurisprudentie die uit vonnissen en arresten uit veld “C” komt, zinvol en direct toe te passen in de onderlinge afdoening van latere casus;

-      Onvoldoende beschikbaar zijn en daarmee niet vooraf kenbaar zijn van alle relevante informatie over de persoon van de door de rechter te benoemen deskundigen bij partijen;

-      Onvoldoende vertrouwen in door de rechter benoemde deskundigen als gevolg van onvoldoende kennis over relevante informatie over de persoon van de deskundige en zijn kennis, kunde en specifieke specialisaties en aldus over de geschiktheid voor de betreffende casus;

-      Experts opererend in het veld A die te veel/te vaak zijn gericht op de positie en de belangen van het slachtoffer;

-      Experts opererend in het veld B die te veel/te vaak zijn gericht op de positie en de belangen van de verzekeringsmaatschappij.

 

Deskundigen van een bepaalde bloedgroep: “liever niet”

Met registratie in het LRGD kan de kwaliteit van deskundigen die veelal voor óf slachtoffers óf verzekeraars optreden zichtbaar worden gemaakt en worden gestimuleerd. In de huidige praktijk staan de onafhankelijkheid en objectiviteit van die zogenaamde ‘bloedgroepen’ regelmatig ter discussie.

In de visie op vakkennis en deskundigheid van het LRGD is die bloedgroependiscussie een vreemd fenomeen. Hoe kan het dat de bevindingen en de vakkundige mening van experts met vaak dezelfde opleiding en lidmaatschap van een beroepsorganisatie, bij de ene werkgever een geheel andere zijn dan bij een andere werkgever? Ik ben me zeer bewust dat het niet in alle vakgebieden zo duidelijk en eenvoudig is. De opdracht of de vraagstelling aan de deskundige is vanzelfsprekend van belang of het antwoord “ja” of “nee” is, terwijl de interpretatie van die antwoorden een punt van discussie op zichzelf kan worden.

Een meermalen genoemde oplossing voor de bloedgroependiscussie is dat partijen vanaf het eerste moment dat deskundigen worden ingeschakeld, ieder één al dan niet bij het LRGD geregistreerde deskundige benoemen die vervolgens een gezamenlijke opdracht krijgen.21) Over de aan die twee deskundigen te stellen vragen dienen partijen het dan ook wel eens te zijn. Zodoende kan snel(ler) duidelijk worden waarover partijen het wél eens zijn. Voor afdoening blijft dan een geschil over dat onderling wordt beslecht of dat aan het oordeel van de rechter wordt voorgelegd.

Bij zaken waarin deze werkwijze momenteel al wordt toegepast, krijgen de deskundigen veelal de opdracht om de zaak te behandelen alsof het een benoeming in rechte betreft. Dit juicht het LRGD van harte toe. Dat betekent dat alle gedragsregels en leidraden van toepassing zijn en dat daarnaar wordt gehandeld. Deze moeten de benoemde deskundigen dan uiteraard wel kennen. De ontvangers of gebruikers van het deskundigenbericht moeten de rapportage ook wel toetsen op de formele vereisten.

Het blijft aan experts persoonlijk en aan de organisaties waarvoor zij werken, om onbevooroordeeld onderzoek en objectiviteit na te streven en te stimuleren.

 

Kwaliteitseisen deskundigenonderzoek en deskundigenbericht

Om op te treden als door de rechter benoemde deskundige, of zoals hierboven gesuggereerd als door partijen gezamenlijk benoemde deskundige, zijn de kwaliteitseisen die aan het onderzoek en het deskundigenbericht worden gesteld van groot belang. Daarenboven dienen de experts, of dat nu als partijdeskundige of als door de rechter benoemde deskundige is, onafhankelijkheid en objectief denken in hun werkwijze te incorporeren.

De eisen die worden gesteld aan het deskundigenbericht en het daaraan voorafgaande deskundigenonderzoek, zijn vastgelegd in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, in de Gedragscode Civiele en Bestuursrechtelijke Zaken, in de Leidraad Deskundigen in civiele zaken en de Leidraad medisch deskundigen in bestuursrechtelijke zaken het Model Deskundigenbericht, alsmede in de bij een benoemingsvonnis aan de deskundige verzonden benoemingsbrief. Vanzelfsprekend is ook het benoemingsvonnis zelf daarvoor van belang. Daarnaast is mogelijk de gedragscode op het vakgebied van de deskundige nog van belang. Voor letselschadedeskundigen zijn ook de GBL en GOMA van belang.

De Raad voor de Tuchtrechtspraak van het LRGD is bevoegd om kennis te nemen van klachten met betrekking tot de schending van de van toepassing zijnde gedragscode door in het LRGD inschreven gerechtelijke deskundigen, bij de uitvoering van een door de rechter aan de betrokken deskundige in het kader van een gerechtelijke procedure gegeven opdracht, tenzij een ander tuchtcollege bevoegd is om kennis te nemen van de klacht.

Al deze documenten dient de expert te kennen en hij dient deze te kunnen toepassen, rekening houdend met de volgordelijkheid en invloed van deze documenten in samenhang, zodat het deskundigenonderzoek en het daaropvolgende deskundigenbericht aan alle eisen voldoen.

Het LRGD is er, als gezegd, voorstander van om de regelgeving en Leidraden zo veel als mogelijk óók toe te passen in het geval een expert als partijdeskundige optreedt. Zo draagt kennis van de procedure voor de rechter óók bij aan de kwaliteit van partijdeskundigenonderzoek. Als het Partijdeskundigenonderzoek voldoet aan alle daaraan te stellen regels, is het mogelijk dat dat later door een rechter gebruikt wordt in de juridische procedure, mocht het (toch) zover komen.22)

In de Gedragscode Civiele en Bestuursrechtelijke Zaken zijn vijf kernbegrippen verwoord: onafhankelijkheid, onpartijdigheid, zorgvuldigheid, vakbekwaamheid en integriteit. Het is aan de deskundige zelf en aan diens opdrachtgever dan wel aan de beroepsorganisatie om deze waarden uit te dragen en deze waarden te stimuleren binnen de werkomgeving, opleidingstrajecten en binnen de professionele omgeving van de expert. De geaccrediteerde opleidingen besteden mede aan deze begrippen aandacht.23)

 

Wat kan het LRGD betekenen?

Op basis van de huidige Reglementen van het LRGD is registratie van experts uit de verschillende vakgebieden die relevant zijn voor de letselschadepraktijk al mogelijk. De toelatingscriteria bieden een waarborg voor kennis en kunde op het vakgebied, alsmede voor juridische kennis om adequaat te kunnen optreden als deskundige in rechte.

De geraadpleegde organisaties hebben aangegeven dat een registratie die informatie over kennis, kunde, onafhankelijkheid en objectiviteit weergeeft, een positieve impuls kan geven aan de kwaliteit van de afdoening van letselschadegeschillen, kan bijdragen aan kostenverlaging en aan een verkorting van de benodigde tijd voor afdoening.

De registratie zal tegemoetkomen aan de wens om meer informatie vooraf te kunnen raadplegen over opleiding, vakgebied en specialisaties, eventuele werkgever en nevenfuncties. Al deze informatie is bij een registratie in het LRGD register publiek toegankelijk beschikbaar.

 

Expertgroep Letselschade en Expertgroep Deskundigen

In december 2017 zijn de bevindingen van de rondgang van het LRGD met de Expertgroep Letselschade gedeeld in de vorm van een verslag met daarin een uiteenzetting van de bevindingen van alle gesprekken en de knelpunten die worden ervaren. Inmiddels heeft de Expertgroep het LRGD bericht dat zij overleg voert met de Expertgroep Deskundigen, een ander overleg binnen de rechterlijke macht waarvoor het LRGD een soortgelijk rapport heeft opgesteld.

Een inhoudelijke reactie vanuit de expertgroep(en) is nog niet ontvangen.

 

Tot slot

Op basis van de gevoerde gesprekken is duidelijk geworden dat breed wordt gedeeld dat de registratie van experts in de velden “A” en “B” in het LRGD zal bijdragen aan de kwaliteit van het onderzoek en de rapportage daarover. De objectiviteit van de deskundige kan toenemen door de registratie en het voldoen aan de daarvoor benodigde opleiding en overige eisen. Grotere bekendheid van, en meer kennis over procesrecht en “het optreden als deskundige in rechte” dragen daar aan bij. Vanzelfsprekend is het onafhankelijk optreden wel een vereiste.

Met het LRGD zijn meerdere geraadpleegde vertegenwoordigers van organisaties van mening dat het benoemen van twee deskundigen, één door het slachtoffer en één door de verzekeraar c.q. aansprakelijke, in aanleg tot extra kosten leidt, maar dat een snellere en adequate afdoening die kosten ruimschoots zullen dekken.

Vanzelfsprekend is het benoemen van één deskundige van wie de deskundigheid op het vakgebied én op het gebied van het optreden als deskundige vaststaat middels een registratie in het LRGD te verkiezen.

Graag roepen wij deskundigen op het gebied van letselschade op om zich te kwalificeren voor registratie in het LRGD en om hun ‘bloedgroep’ in te ruilen voor een onafhankelijke positie.

 

Tijdens mijn rondgang heb ik gesproken met/informatie verkregen van:

-      AKC Arbeidsdeskundig Kennis Centrum

-      ASP Advocaten voor slachtoffers van personenschade

-      E.P. Audenaarde

-      FMG

-      GAV Geneeskundig Adviseurs werkzaam in Particuliere Verzekeringszaken en/of Personenschadezaken

-      Stichting Hobéon SKO Certificatie

-      Stichting Kwaliteitsregister Paramedici

-      De Letselschade Raad

-      Laumen Expertise BV

-      Letselschade.com

-      Prof. mr. S.D. Lindenbergh

-      LSA Vereniging van Letselschadeadvocaten

-      NCvB Nederlands Centrum voor Beroepsziekten

-      NIVRE Nederlands Instituut Van Register Experts

-      NLE Branchevereniging Nederlandse Letselschade Experts

-      Nederlands Rekencentrum Letselschade (NRL)

-      NVMSR Nederlandse Vereniging voor Medisch Specialistische Rapportage

-      NVvA Nederlandse Vereniging van Arbeidsdeskundigen

-      NVvA Nederlandse Vereniging voor Arbeidshygiëne

-      NVVG Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde

-      NVT Nederlandse Vereniging voor Toxicologie

-      PIV Stichting Personenschade Instituut van Verzekeraars

-      Projectgroep Medische Deskundigen in de rechtspleging VU Amsterdam

-      Het RekenBureau

-      Slachtofferhulp Nederland

-      SRA Stichting Register Arbeidsdeskundigen

-      Stichting Werkgroep Artsen Advocaten

-      Vereniging Verkeersslachtoffers

 

1. Een overlegorgaan van alle letselschaderechters.

2. Zie aan het eind van dit artikel.

3. https://www.lrgd.nl/Portals/1/publicatieswebsite/Crombag.pdf of https://bit.ly/2yiCdpy

4. Zie in dit verband vanzelfsprekend wel de geraadpleegde (beroeps)organisaties achteraan in dit artikel.

5. Die gedragsregels en een permanente educatieverplichting moet kennen

6. Vakkennis middels verplichte permanente educatie van de beroepsorganisatie en de juridische kennis middels de PE-verplichting van het LRGD.

7. https://www.lrgd.nl/LRGD/Symposia

8. Zie voor informatie over het boek dat bij gelegenheid van het symposium is uitgegeven http://bit.ly/2zqEXgI

9. http://bit.ly/2FsRnLV

10. De civiele rechter kent geen verplichting een bepaalde deskundige te benoemen, hij is vrij in de waardering, in het bewijs en in de benoeming.

11. Zie noot 1.

12. Alle Onteigeningskamers hebben onderling afgesproken, met goedkeuring van de Raad voor de Rechtspraak, bij voorkeur Onteigeningsdeskundigen uit het LRGD-register te benoemen. Maar zij zijn daarin nog vrij om anders te beslissen.

13. Zie aan het eind van dit artikel.

14. Verschillende geraadpleegde personen maakten een schatting. Stichting Personenschade Instituut van Verzekeraars geeft een onderzocht getal op van (slechts) 0,5% van alle letselschadezaken die bij de rechter komt.

15. De deskundige genereert zelf geen jurisprudentie maar het juiste technische onafhankelijke oordeel is daarvoor wel de basis en daarom van groot belang.

16. ‘overwegend’ omdat er ook onafhankelijke en objectieve experts werkzaam zijn of al zijn geregistreerd bij het LRGD, en het al voorkomt dat zij als onafhankelijk en objectief expert een gezamenlijke opdracht krijgen.

17. Idem als noot 16.

18. Men neemt waar dat afnemende kennis wordt veroorzaakt door wijzigende omstandigheden en een gebrek aan verplichte en goed gestructureerde permanente educatie.

19. Idem als noot 18.

20. In het kader van het deskundigenonderzoek door de deskundige dient de medische causaliteit te prevaleren. De medisch onderzoeker is niet competent een uitspraak te doen over de juridische causaliteit. De juridische causaliteit is aan de juridische afdoening van de zaak. Die volgt na het deskundigenonderzoek: door de rechter.

21. In het rapport “Modernisering burgerlijk bewijsrecht” pleit de expertgroep modernisering bewijsrecht onder leiding van prof. mr. A. Hammerstein voor het mogelijk maken van een “Joint Statement” (randnummer 158 e.v. pagina 76 e.v.).

22. In het rapport “Modernisering burgerlijk bewijsrecht” pleit de expertgroep modernisering bewijsrecht onder leiding van prof. mr. A. Hammerstein voor een ruimere waardering van partijdeskundigenrapportages (randnummer 157, pagina 76).

23. Het LRGD staat open voor de accreditatie van meer opleidingen. De eisen daarvoor staan op de website van het LRGD.

 

aansprakelijkheid, zorgvuldigheidsnorm, deskundigenrapport, benoeming deskundige, letselschade