Verkeersrecht 2018-5

Editie
Datum uitgave: 

VR 2018/65 Van een koude kermis thuis?

Artikel
VR 2018/65 Van een koude kermis thuis? Aansprakelijkheid voor letsel door gebrekkige attracties Mr. B. Endeman* * Advocaat te Haarlem 1. Inleiding Attracties vormen niet alleen een bron van vermaak, maar soms ook van leed doordat zij letsel veroorzaken. Ongevallen met attracties halen met enige regelmaat de pers 1) en vormen een bron van procedures over personenschades. In deze bijdrage wordt verkend op welke grondslagen personenschade kan worden verhaald, hoe de specifieke voor attracties geldende regelgeving daarvoor van betekenis is en hoe daarmee in de rechtspraak wordt omgegaan. Daarbij

VR 2018/66 Dood door schuld. Smartphone.

Jurisprudentie
Verdachte botste met de door hem bestuurde vrachtauto op een autosnelweg tegen een personenauto, waardoor een inzittende van de personenauto werd gedood en de andere inzittende zwaar lichamelijk letsel opliep. Voorafgaand aan het ongeval reed de verdachte 83 kilometer per uur. Intussen had hij zijn mobiele telefoon in zijn hand had en verrichtte daarop handelingen.Van verdachte als beroepschauffeur, rijdend in een beladen vrachtauto, mag extra voorzichtigheid en alertheid in het verkeer worden verwacht. Nu verdachte zijn aandacht niet voortdurend op het verkeer op de weg heeft gehouden

VR 2018/67 Aanmerkelijke schuld? Overstekende voetganger.

Jurisprudentie
Verdachte was de bestuurder van de personenauto. Hij kwam uit de richting van de Slotermeerlaan en reed in de richting van de Rijksweg A10. De voetganger kwam uit de richting van de Burgemeester Hogguerstraat en stak schuin het kruisingsvlak van voornoemde kruising over in de richting van de tramhalte. Verdachte wordt onder meer verweten dat hij bij groen licht, maar met een te hoge snelheid voornoemde kruising is opgereden en niet heeft gezien dat de voetganger al rennend voornoemde kruising schuin wilde oversteken. Hierdoor is een aanrijding ontstaan tussen de door verdachte bestuurde auto

VR 2018/68 Verkeerslicht. Tegen het verkeer in rijden.

Jurisprudentie
Betrokkene heeft tegen het verkeer in gefietst en daardoor geen zicht gehad op het rood licht uitstralende verkeerslicht. Het hof is van oordeel dat het verkeerslicht moet worden aangemerkt als een voor de betrokkene bestemd verkeerslicht. Dit verkeerslicht heeft immers de bedoeling het door haar bereden wegvak af te sluiten voor verkeer in beide richtingen. Dat de betrokkene geen zicht had op dit verkeerslicht en niet kon zien dat dit verkeerslicht rood licht uitstraalde, is een omstandigheid die aan de betrokkene zelf te wijten is, doordat zij tegen het verkeer in reed. Deze omstandigheid

VR 2018/69 Prejudiciële vragen; geen 'voorrisico' voor WAM-verzekeraar.

Jurisprudentie
Als een verzekering in het RDW-register wordt vermeld, staat daarbij slechts de dag en niet het tijdstip vermeld. De registratie werkt derhalve terug tot 00.00 uur op de dag van registratie. Dat kan problemen opleveren indien de eigenaar van een onverzekerde auto ná het veroorzaken van een ongeval op dezelfde dag een verzekering afsluit en de benadeelde vervolgens deze verzekeraar aanspreekt. Bij het Hof Den Haag zijn over deze problematiek twee zaken aanhangig. Het hof heeft prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad. In de kern komen deze neer op de vraag of de verzekeraar de benadeelde in