VR 2017/56 Luchtvaartclaim; vertraging; Nederlandse rechter bevoegd.

Jurisprudentie
Verordening geringe vorderingen. Verzoekers zijn als passagiers van een vliegtuig met een vertraging van ruim 17 uur op hun bestemming gearriveerd. Zij hebben van Condor Flugdienst ieder een bedrag van € 400,- aan compensatie gevorderd. Condor heeft betaling geweigerd op basis van de stelling dat de vertraging te wijten was aan een buitengewone omstandigheid. Verzoekers stellen dat Condor op basis van artikel 7 van EG-Verordening 261/2004 gehouden is om bij een vertraging als deze dit bedrag per passagier te betalen en dat van buitengewone omstandigheden geen sprake is geweest.